Hockeyclub bouwt gestaag verder aan merk

Vraag op straat naar iconische Bossche merken en de kans is groot dat daarbij zeker de Bossche bol, de Sint Jan en Het  Noordbrabants Museum voorbij komen. In dat rijtje zou ook Hockeyclub ’s-Hertogenbosch niet misstaan, zo vinden scheidend voorzitter Rob Almering en Gerard Booij, verantwoordelijk voor de sponsorwerving binnen de club. “Wij hebben hier een merk gebouwd, waarbij de stad en de club vaak in één adem worden genoemd”, klinkt het trots.

Tekst: Ton de Kort – Foto’s: Thomas Segers

Het kan de oplettende passant over de A2 niet ontgaan zijn in de periode rondom de paasdagen. De velden van Hockeyclub ’s-Hertogenbosch, normaal al een blikvanger van jewelste, waren van extra aankleding, tribunes en tenten voorzien. De reden was simpel: de finales van de European Hockey League werden op het complex aan de Oosterplas afgewerkt. Met de vrouwen van de thuisploeg uiteindelijk als glorieuze winnaars. “We zijn vier jaar lang bezig geweest om dat toernooi hier binnen te halen”, vertelt Almering. “Daarvoor staat die tribune er ook deels. Dit was echter niet mogelijk was geweest zonder de steun van de gemeente ’s-Hertogenbosch en ook Brabant Sport. Beide partijen hechten veel waarde aan dit soort internationale evenementen. Niet alleen vanwege de inspirerende sportieve prestaties, maar ook vanwege de economische meerwaarde voor de stad en provincie en het bieden van een podium voor maatschappelijke verbindingen en projecten.”

Sponsoring

Voor de goede orde: we praten ook niet over een hockeyclub van bescheiden formaat. Naast het tophockey bij de vrouwen en de mannen lopen er nog zo’n 2400 andere leden rond. Daarbij laten de gesprekspartners graag optekenen dat het tophockey financieel niet op de rest van de club drukt.  “Wij zijn een vereniging, die voelt als een bedrijf”, weet Almering. “Maar we werken voor het overgrote deel met een forse schare vrijwilligers.”

Booij onderstreept de belangrijke rol  van sponsoring: “Zonder ondernemers geen topsport! Ons tophockey drijft volledig op het bedrijfsleven. Er gaat geen cent vanuit de club in het tophockey.” Dat betekent dat de contributiegelden  en horecaomzet écht in de vereniging blijven.

Ambassadeurs

De cohesie binnen de club is groot, zo weet Almering. “Ook nu zien we hoeveel vrijwilligers weer warmlopen voor dit evenement, wijzend naar de gele hesjes.” De heren roemen bovendien de benaderbaarheid van hun topspelers en -speelsters. “Die staan altijd klaar om de club te helpen.” Booij benadrukt ook de grote inbreng van het lokale bedrijfsleven. “Wij draaien voor 95 procent op Bossche ondernemers. Wij mogen dan trots en club-gek zijn: dat zijn deze ondernemers óók. Die leven enorm mee.” De talrijke leden van de businessclub zijn ware ambassadeurs. Booij: “Wij gaan samenwerkingen aan, zoeken partners. Dat werkt prettig, met zoveel betrokkenheid,.”  Denk niet dat een grote vereniging als Hockeyclub ’s-Hertogenbosch geen uitdagingen kent. “Wij staan voor een leven lang bewegen, binden en boeien”, stelt Almering. “Zo speelt de verruiming van ons sportaanbod een grote rol. De padelbanen hebben er voor gezorgd dat er inmiddels 400 leden met plezier aan padel doen. Dat biedt ook zakelijk weer mogelijkheden.”

Maatschappelijk

“Ons complex is bijna 350 dagen per jaar geopend”, meldt Booij. “Dat kan ook, met zo’n sterk groeiend aanbod.” Met alle faciliteiten en volop parkeergelegenheid is de locatie van alle gemakken voorzien. Dat spreekt het bedrijfsleven aan, maar bijvoorbeeld ook ouderen. Almering meldt gepast trots dat zijn club ook maatschappelijk sterk in de stad geworteld is. “Door Actief en Ontmoeten bijvoorbeeld, of met Sportief Ontdekken, waarmee we de wijken ingaan om kinderen in beweging te krijgen.” Door die actieve houding weet Booij dat er ook weer nieuwe ondernemers geïnteresseerd raken in het merk. Dat werd ook na de EHL al snel duidelijk.

Gevraagd naar zijn ‘erfenis’ na 7 jaar als voorzitter, is Almering duidelijk. “Een vereniging als deze moet als een bedrijf gerund worden, met een duidelijke visie en koers. Maar ook: wij zijn niet alleen top óp het veld, maar ook naast het veld. Ik stop met een dubbel gevoel, maar weet dat ik de club op een goede wijze en in goede handen achterlaat. Uiteraard blijf ik als zeer betrokken bij de club.”