Wie zou nou beter weten hoe je een Bossche bol moet eten dan de burgemeester van ‘s Hertogenbosch? Voor deze eerste aflevering van de rubriek Een Bossche bol met… ontvangt de burgemeester ons in zijn werkkamer in het stadhuis aan de Markt. Deze ademt historie, met zijn hoge ramen, tapijt, wandschilderingen, lambrisering en een grote betegelde haard. Jack Mikkers (56) vindt het een eer hier te mogen werken, op de plek waar andere stadsleiders hem al eeuwen voorgingen. “Tegelijk besef ik dat ik maar een vliegje in de geschiedenis ben.”
Tekst: Meike van der Flier – Foto’s: Thomas Segers
Wanneer de eerste vraag wordt gesteld en de schrijfster van dit verhaal bestek tevoorschijn haalt om de meegebrachte lekkernij te nuttigen, schudt Jack Mikkers meewarig zijn hoofd.
“Hoe eet je een Bossche bol? Nou, zó dus.” Hij pakt de bol met zijn vingers, draait hem om en neemt een hap. “Net als een appel. En zeker niet met bestek. Zo is ‘ie het lekkerst. En het allerlekkerst is daarna je vingers aflikken.” Hoe hij dit weet? “Ik kom veel bij 60-jarige huwelijken. In de helft van de gevallen krijg ik een Bossche bol aangeboden. Als ik dan in het begin vroeg hoe je die moest eten, zeiden ze allemaal: uit de hand. Een Bossche bol is geen eten, het is snoepen. Zonder bestek geniet je er meer van. Maar je moet je er comfortabel bij voelen. Er zijn er ook die de slagroom eruit lepelen. Dat vind ik heel erg. Of die alleen de bovenkant eten, ook erg.”
Mikkers eet er twee tot drie per week. “Dat is wel te zien”, grapt hij. Maar hij is tenslotte als burgemeester ook ambassadeur van de Bossche bol. “Het is cultureel erfgoed. En nee, het gaat niet tegenstaan.”
Wat betekent een Bossche bol voor u?
“Er komt een aantal dingen in samen. De kwaliteit, het handwerk. Het brengen van een glimlach op het gezicht. Het is een moment van vieren, van feest. Een vereniging van chocolade, slagroom en deeg. Ooit ontstaan vanuit verbeeldingskracht. Verbeelden, verenigen en vieren, dat zijn voor mij drie kernwaarden die ook gelden voor deze stad, deze gemeente. De kathedraal is hier niet voor niets. Mensen verenigen hun krachten om dingen tot stand te brengen. En dat wordt gevierd. We zijn hier van het stilstaan bij momenten die ertoe doen, van het leven elke dag vieren. Dat is al eeuwenlang zo en dat willen we vasthouden voor de toekomst. Een Bossche bol verbindt verleden, heden en toekomst.”
Mikkers werd in oktober 2017 geïnstalleerd als burgemeester van Den Bosch, woont er sinds begin 2018 maar kwam er daarvoor ook al veel. Zijn vader had er een fabriek, hij ging er naar de heao, deed er vakantiewerk. Toch had hij er nog nooit carnaval gevierd. “Inmiddels wèl, en hoe”, zegt hij. “Hier vier je carnaval niet, hier belééf je het. Voor veel mensen is carnaval een doos op zolder die je er één keer per jaar vanaf haalt. In Oeteldonk hangt je kiel altíjd aan de kapstok. Het zit in het DNA van de gemeente en nu ook in mijn DNA.”
Waarom is Den Bosch zo’n fijne plek om te wonen?
“Als je hier op zaterdag over de markt loopt, zie je alle soorten mensen. De markt is een toonbeeld van wat de stad de stad maakt. Er is samenhang in de samenleving. Je ziet mensen elkaar ontmoeten. De binnenstad is zo ingericht dat je elkaar in de ogen kunt kijken, met kleine steegjes, en daar komt automatisch een relatie uit voort, een verbinding. Ik zie dat trouwens ook in de wijken en de dorpen. Natuurlijk maken de geschiedenis en de gebouwen er ook onderdeel van uit. Het podium is altijd hetzelfde, de spelers die erop staan zijn steeds anders. De sfeer daarmee ook. Daarom zijn hier veel verschillende activiteiten en daarom accommoderen we dat als gemeente. De stad is niet van jou of mij, maar van ons.”
Hebt u een lievelingslocatie in of om de stad of een tip voor een pareltje?
“Wat ik een mooie plek vind, is het Bossche Broek. Als je daar ’s morgens vroeg loopt, en het is een beetje heiig, dan zie je het silhouet van de stad, de Sint-Jan. Er is geen mooier uitzicht denkbaar. Je bent in de natuur, met de rust en stabiliteit die daarbij horen, maar de stad is dichtbij, met haar snelle samenleving. Iemand die hier vijfhonderd jaar geleden stond, had bijna hetzelfde beeld. Ik vraag me dan af wat ze toen voelden. En ik vind het heel mooi om dit alles te beheren en behouden. En tegelijk ook stappen naar voren te zetten, want de stad moet blijven verrassen.”
Wat is uw wens voor de toekomst van Den Bosch?
“Dat we het verbeelden, verenigen en vieren naar de toekomst toe door kunnen trekken. Dat we onze eigenheid niet verliezen, door slimme keuzes te maken. Bedrijven helpen mogelijkheden te zoeken. Ik gun ons een woon- en leefgemeente waarin economie belangrijk is maar niet bepalend. Waarin we elkaar blijven zien, elkaar in de ogen blijven kijken. Nieuwsgierig naar elkaar blijven. En wat minder mopperen.’
‘Natuurlijk heb ik ook zorgen, zeker als ik kijk naar de kosten. Het is een uitdaging de stad bereikbaar te houden voor iedereen. Gelukkig worden hier nog steeds bruggen geslagen. Grappig toch, dat het open riool van vroeger nu de grootste toeristenattractie is?”
Wat is uw mooiste herinnering aan Den Bosch?
“Ik maak elke dag mooie herinneringen. Maar iets wat in ieders geheugen staat gegrift, is dat we na corona in 2022 een dag vóór carnaval weer open mochten. Dat je weer samen kon zijn. Dat vond ik een indrukwekkend moment. Van huis uit ben ik antropoloog en dat moment leek wel een rite de passage. We stonden stil bij het vieren, niet bij wat was geweest. Dat kunnen we hier. En dat koesteren we.”
—
Gemeente Den Bosch
Markt 1 | 5211 JV | ’s-Hertogenbosch
—
Dit is een artikel uit DB Magazine Editie 3. Het volledige magazine is hier te lezen.