Ze beschikken samen over een erelijst, waarvan menig basketbalteam alleen maar kan dromen. Ze vergaarden 8 landstitels, wonnen 6 keer de beker en speelden veelvuldig in het Nederlands team. Ze zijn samen 4 meter en 8 centimeter lang, 112 jaar jong én ze heten ook nog eens hetzelfde. In gesprek met Kees Akerboom senior én Kees Akerboom junior.
Wanneer je het over Bossche basketbaliconen hebt, valt de naam Kees Akerboom gegarandeerd. Toch werd vader Akerboom 72 jaar geleden geboren in … Haarlem. Zijn zoon zag het levenslicht in Sint-Michielsgestel. Lang niet iedereen weet dat Kees Akerboom junior officieel Johannes heet. “Ik bleek bij de aangifte vergeten te zijn om zijn roepnaam door te geven”, bekend senior schuldbewust. Toch werd het én bleef het Kees Akerboom junior, zoon van de gróte Kees Akerboom (2.07). Junior meet 2.01 en is op zijn veertigste vader van drie zoons. “En nee, mijn oudste heet géén Kees”, stelt hij met een brede grijns op zijn gezicht.
Kees senior beleefde zijn sportieve hoogtijdagen tussen 1975 en 1985. Hij stopte op zijn 33ste, alhoewel: “Ik heb op mijn 57ste nog een jaartje of 6, 7 competitie mogen spelen, totdat mijn ene knie het écht niet meer deed.” Wandelen, fietsen en golfen houden hem zo fit mogelijk. “Ik heb in mijn carrière eigenlijk maar 2 blessures gehad”, blikt hij terug. “Aan mijn hand en aan mijn knie. Die laatste was een afgescheurde kruisband, waar ze toen een ossenpees in hebben gezet. Die zit er overigens nog steeds in.” Senior voelt zich op zijn gemak in Brabant. “Ik zei op mijn 25ste al dat ik nooit meer terug naar het westen zou gaan.” Hij woonde maar één jaar in Den Bosch, op de Maaspoort, en inmiddels alweer bijna 40 jaar in Rosmalen.
Eigen keus
Dat is niet heel ver van Kees junior vandaan. Die streek met zijn gezin in Middelrode neer. Opmerkelijk genoeg heeft hij zijn vader nooit zien spelen. Toch koos hij voor dezelfde sport: “Dat was mijn eigen keus. Dat was zeker niet opgelegd. Ik hoefde niet ‘de zoon van’ te zijn, ben ooit begonnen met badminton, maar had het daar al snel gezien. Toen kwam basketbal, om te beginnen bij Black Eagles.” Van de vier kinderen Akerboom – twee zoons, twee dochters – gingen er uiteindelijk drie basketballen. De jongste koos voor korfbal. Kees junior heeft zijn naam nooit als een last ervaren. “Welnee, ik wilde raag laten zien dat ik óók goed kon basketballen.” Daar is hij in geslaagd: “Het duurde alleen wel lang, voordat ik een keer kampioen werd.”
Amerika
Het beloofde basketballand Amerika kwam uiteraard voorbij. Senior werd al in Haarlem benaderd om college te gaan spelen. “Ik kreeg zelfs een ticket opgestuurd en ben naar Tennessee gevlogen”, haalt hij op. “Daar werd ik prominent welkom geheten. Ik mocht in Knoxville niet spelen, maar keek mijn ogen uit.” Hij tekende een letter of intent. “Wanneer ik in Amerika zou gaan spelen, moest ik naar Tennessee.” Zover kwam het niet. Kees junior belde ooit met Randy Wiel, destijds contactpersoon voor het team in Phoenix. Ook dat werd niet concreet. Waar Kees senior zijn zoon ooit één jaar training gaf, is junior bij Springfield in Berlicum de trainer van zijn oudste zoon. Samen genieten ze van de sport: “We hebben wel eens met z’n allen op een veldje gestaan, inclusief opa. Nou, dan heeft iedereen plezier.”
Terugkijkend op zijn carrière concludeert junior dat hij zijn balgevoel van zijn vader heeft. “Daarmee kon ik vanuit alle hoeken scoren. Maar hij kon dat nóg beter”, beseft hij. Senior ziet dat het spel zovéél sneller is geworden sinds zijn tijd. “Ik gooide er met 2 vingers in mijn neus 30 punten in. Jij moest heel veel doen voor 16 punten”, meldt hij zijn zoon. Door de jaren heen zijn Akerboom en Akerboom regelmatig De Maaspoort blijven bezoeken. Kees senior denkt nog wel eens met weemoed terug aan De Vinkenkamp. “Dat zaaltje, waar al die grote clubs kwamen spelen. En die hadden allemaal geen schijn van kans.”
—
Dit is een artikel uit DB Magazine Editie 1. Het volledige magazine is hier te lezen.